Door de combinatie van verschillende factoren kampt de gehele bouwsector met een gemiddelde stijging van maar liefst 20%. Dit heeft niet alleen effect op de bouwbedrijven, maar ook de consument.
Hoe kan dit?
Volgens dit onderzoek zijn er verschillende factoren die voor de stijging hebben gezorgd:
- Er is een gebrek aan personeel in de bouw. De bouwindustrie blijkt steeds minder aantrekkelijk te worden voor jongeren. Dit heeft gezorgd voor een stijging van 5% in loonkosten.
- De stijging in gas- en olieprijzen. Door de oorlog zijn de prijzen voor zowel gas als olie flink gestegen. Dit betekent niet alleen hogere voorrijkosten, maar ook hogere onkosten voor de bedrijven in de industrie.
- De nasleep van het coronavirus leeft ook nog voor. Veel fabrieken waren gesloten tijdens de pandemie, hierdoor werd er minder bouwmateriaal geproduceerd. Dit was juist in een tijd waar mensen geld over hadden voor renovaties. In 2021 steeg de vraag naar woningrenovatie met 128%. De vraag naar materialen was een stuk groter dan het aanbod.
Wat is de oplossing?
Er is helaas geen oplossing voor de stijging zelf. Bouwbedrijven moeten hun prijzen aanpassen door al deze factoren. Er zijn wel enkele opties, zoals het gebruik van tweedehands bouwmaterialen, dit wordt ook circulair bouwen genoemd.
Er wordt ook aangeraden om ondanks de stijging in prijzen wel goed na te denken over woningverbetering en dan specifiek het verduurzamen van de woning. Denk aan het plaatsen van isolatie, zonnepanelen of te gaan voor een sedumdak.
Hoe zit het met de toekomst?
De toekomst is onzeker. Mensen zijn juist nu voorzichtiger met geld, wat de vraag naar bouwbedrijven iets verlaagt. Omdat de ondernemers en vakmensen in de industrie wel moeten rondkomen zal ook dit een effect hebben op de prijs.
Toch wordt er gekeken naar alternatieven: denk aan de tweedehands bouwmaterialen. Wat de toekomst gaat brengen blijkt helaas nog steeds onzeker.